Toen de werklast door COVID-19 te veel werd voor Slovaakse artsen en verpleegkundigen, stonden hun Belgische collega's meteen klaar om te helpen. Nadat Slovakije hulp vroeg aan het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de EU, reageerde België door twee medische teams naar het land te sturen.
Sien Vanlommel was net aan de slag gegaan bij het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) toen haar team een verzoek om bijstand ontving van Slovakije.
Overweldigd door een piek in COVID-19-besmettingen, had het medisch personeel in Slovaakse ziekenhuizen moeite om de noodsituatie het hoofd te bieden.
Daarom diende het land een verzoek om bijstand in bij het ERCC, dat de steunverlening coördineert van de 27 EU-landen en 6 deelnemende landen binnen het Mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie.
Het ERCC zoekt en coördineert hulp aan landen die getroffen worden door medische noodsituaties, natuurrampen en andere crises. België speelt een belangrijke rol in dit mechanisme.
Samen met haar collega's ondersteunde Vanlommel het werk van de Belgische artsen en verpleegkundigen die vorige lente naar het universitair ziekenhuis F.D. Roosevelt in de Slovaakse stad Banská Bystrica werden gestuurd om te helpen.
"Slovakije heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming geactiveerd om steun te vragen in zijn strijd tegen de pandemie, omdat het land een sterke toename van ernstige gevallen kende, waardoor ziekenhuizen onder enorme druk kwamen te staan", legt Vanlommel uit.
Drie landen reageerden op de vraag van Slovakije door de diensten van hun medische teams aan te bieden. Van die landen stuurde België twee teams van vier personen, met een arts, twee verpleegkundigen en een teamleider. Ze werkten er samen met een ander medisch team uit Denemarken.
De twee Belgische teams werkten bij toerbeurt drie weken in Banská Bystrica.
Een uiting van solidariteit
Vanessa Debreyne was de leider van het tweede Belgische team dat naar Slovakije vertrok.
"Door de situatie in België was het niet eenvoudig om beschikbaar medisch personeel te vinden", herinnert ze zich.
"Maar we zijn erin geslaagd om twee kleine teams voor medische zorg in te schakelen, omdat de Belgische autoriteiten het erg belangrijk vonden om hun solidariteit en steun aan Slovakije te tonen."
Debreyne werkte samen met haar teamgenote onvermoeibaar door om hun Slovaakse collega’s te ontlasten tijdens de noodsituatie. Ook in Brussel bleven Vanlommel en haar collega's van het ERCC de klok rond aan de slag.
Zij volgden het werk van het Belgische medische team voortdurend op en boden hulp waar nodig.
De coördinatie tussen het medisch personeel in Slovakije en de civiele beschermingsexperts van de EU maakte het voor het Belgische team gemakkelijker om vlot te werken, met de kennis dat hun behoeften en problemen snel zouden worden aangepakt wanneer ze die melden.
"Deze was missie een succes", zegt Debreyne. "En dit was een persoonlijke prestatie voor mij als teamleider."
Klaar voor toekomstige noodsituaties
Terug op het ERCC is Vanlommel ook trots op het werk dat haar team heeft verricht.
Als Belgisch burger was ze bijzonder onder de indruk van de steun die haar land kreeg in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming toen zware overstromingen het land teisterden in 2021.
Na deze ramp boden Frankrijk, Italië en Oostenrijk steun aan België met hulpteams, twee helikopters, zeven duikers, tien reddingsboten en andere nooduitrusting.
Vanlommel is verheugd om te kunnen bijdragen aan de coördinatie van gelijkaardige steun aan andere landen.
"We hebben veel expertise, kennis en materiaal die we kunnen delen, en de EU maakt deze uitwisseling, deze solidariteit, mogelijk", zegt ze.
De lessen die Vanlommel heeft geleerd tijdens het werk in de context van een wereldwijde crisis, zullen haar en haar collega's bij het ERCC enorm helpen om toekomstige noodsituaties aan te pakken.